De Administratie was in de beginperiode gevestigd op de bovenverdieping van het hoofd gebouw. Later verhuisde de Administratie naar de benedenverdieping waar eerder de opleidingslokalen waren. In 2005 verhuisden ze voor vijf jaar naar een locatie op afstand aan de Langeweg in Middelharnis om in 2010 weer terug te keren naar het terrein van Hernesseroord waar een tijdelijke huisvesting voor de stafdiensten was geplaatst. Onder de Administratie vielen diverse afdelingen de Financiële Administratie, de Salarisadministratie, de Cliënten-en Cliëntengeldenadministratie maar ook ICT en de Inkoop, de Projectadministratie voor Nieuwbouw en Instandhoudingsprojecten.

De Groenvoorziening met vier formatieplaatsen viel onder de Technische Dienst. Pas in later stadia werden bewoners bij de Groenvoorziening betrokken. De Groenvoorziening onderhield de parkachtige omgeving van Hernesseroord, de vele grasvelden, de beplanting en de (wind)singel.

Jarenlang beschikte Hernesseroord over een eigen kapsalon. Deze was gevestigd in de Aak. Later in de foyer van de meerpaal. Vele bewoners maakten er gebruik van. In het kader van de normalisatie gingen de bewoners naar een kapsalon in het dorp.

De keuken was een centrale keuken die voor alle bewoners de warme maaltijd kookte. Ook was er een broodkeuken die de broodmaaltijden verzorgde. In 1979 werd als één van de eersten in den lande met een instellingswinkel gestart en kon het brood en beleg in de winkel door de bewoners gekocht worden. Ook cosmetica-artikelen en cadeauartikelen waren te koop. De normalisatie deed zijn intrede. Begin de 21e eeuw werd de keuken gesloten en werden de maaltijden op de groepen bereid.

In de ene vleugel (Kompas) van het hoofd gebouw op het terrein van Hernesseroordwarende directie en de stafdiensten gevestigd, en in de andere vleugel (Logboek) de Medische Dienst, Poli, tandarts en mondhygiëniste. Ook was er een eigen laboratorium dat samen met het laboratorium in het Van Weel Bethesda ziekenhuis één geheelvormde. Het laboratorium werd in 1975 in gebruik genomen en in 1994 opgeheven.

De C3 Roef die eerder door inwonend personeel werd bewoond werd in 1998 in gebruik genomen als een logeerroef voor externen. De in gebruikname van deze roef als logeerroef ontstond vanwege de vraag om voor een weeklang 11 Polen te vestigen. Deze logeerroef deed dienst als logeermogelijkheid voor ouders, broers, zusters maar ook anderen die in de omgeving moesten zijn. Middelharnis beschikte namelijk niet over een hotel. Er waren 4 persoonskamers en 1 huiskamer.

Aan Hernesseroord en later Zuidwester was vanaf het begin een opleiding verbonden. Opgeleid werd tot Z assistent en Z verpleegkundige. De leslokalen bevonden zich in de beginperiode in het hoofdgebouw op de begane grond op de plaats waar later de economische Administratieve Dienst gevestigd werd. De opleiding is toen verhuisd naar de semi permanente bijgebouwen die gebouwd werden tussen het hoofdgebouw en het paviljoen Botter Klipper. Later, in 1997, is de opleiding overgegaan naar het Zadkine College.

De facilitaire dienst waarin de vroegere technische dienst en civiele dienst samengevoegd werden was op het midden van het terrein van Hernesseroord gesitueerd. De Technische Dienst op zich beschikte over een Timmermanswerkplaats, Electro-afdeling, Schilderwerkplaats, Monteurswerkplaats en een Tuindienst. Medio de jaren ’90 werd ‘De Werf’ als kantoorgebouw voor de Technische Dienst in gebruik genomen. De diensten van de vroegere civiele dienst waren daarom heen gesitueerd; alle afdelingen bevonden zich in het midden van het terrein van Hernesseroord.

Hernesseroord beschikte over eigen vervoer. Electrokarren voor het vervoer op het terrein en via de verbindingsgang. Vanuit keuken en wasserij was een grote lift aanwezig waarmee de karren naar boven konden worden getransporteerd. Het warme eten werd op deze wijze met gamellen bij de groepen aangeleverd. Later werd de vuile vaat weer opgehaald om in de afwaskeuken gewassen te worden. Ook het vervoer van vuil en schoon wasgoed werd via de verbindingsgang getransporteerd.

Hernesseroord beschikte over een eigen wasserij en naaikamer. Alle bovenkleding werd in de wasserij gereinigd. Het lijfgoed, het beddengoed, de handdoeken e.d. werd door een externe wasserij behandeld. Het verstelwerk aan, en merken van de kleding gebeurde daar.

Al in 1979 werd bij Hernesseroord een instellingswinkel in gebruik genomen. De winkel kreeg de naam Parlevinker dit in de lijn van de paviljoensnamen die alle een scheepsnaam droegen. Het was één van de eerste instellingswinkels in den lande. Brood, broodbeleg, cosmetica, tabaksartikelen en cadeauartikelen werden er verkocht. Later werd er een kledingwinkel aan toegevoegd. De kleding werd geleverd door C&A die de kleding in consignatie gaf. Vanaf het begin werd met een computer de registratie van aan- en verkopen gedaan. Het eerste systeem was een CADO-systeem, dit systeem werkte met grote 8” floppy’s. Voor de zaterdag, ook dan was de winkel open, had iemand van de administratie bereikbaarheidsdienst. Er moest nogal eens ‘geboot’ worden zoals dat toen heette.

Enkele jaren na ingebruikname van Hernesseroord ontstond er een aparte afdeling Recreatie. Deze afdeling organiseerde allerlei ontspanningsactiviteiten voor de bewoners. Toen de bewoners zich steeds meer geïntegreerd werd in de leefgemeenschap werd meer deelgenomen aan bestaande verenigingen en clubs.

Vrijwilligers zijn heel belangrijk voor de organisatie en met name heel belangrijk voor onze bewoners. Daarmee krijgen de bewoners juist dat beetje meer persoonlijke aandacht waar ze zo’n behoefte aan hebben. Vrijwilligers zijn van essentieel belang voor Zuidwester. Het vrijwilligerswerk is al in een vroeg stadium bij Zuidwester opgestart.